Doosan Bears breken met imago van ‘vrek’ en domineren transfermarkt

26022b4e1b843668242b622c0a9762f7.jpg

De Doosan Bears staan deze winter volop in de schijnwerpers van de Zuid-Koreaanse professionele honkbalcompetitie. Waar de club jarenlang bekendstond om zijn zuinige beleid en focus op efficiëntie, lijkt er nu een radicale koerswijziging plaats te vinden tijdens de zogeheten ‘stove league’. Met een reeks opvallende en kostbare transfers laat de club zien dat de tijden van de hand op de knip voorbij zijn.

Recorddeal voor toparrivee

Het meest in het oog springende wapenfeit is zonder twijfel de komst van korte stop Park Chan-ho, die wordt beschouwd als een van de grootste vissen in de vijver van transfervrije spelers (FA). De club legde afgelopen 18 november maar liefst 8 miljard won op tafel voor een vierjarig contract. De deal bestaat uit een tekenbonus van 5 miljard won, een totaalsalaris van 2,8 miljard won en 200 miljoen won aan incentives. Park, die zijn schooltijd in Seoul doorbracht, reageerde emotioneel op zijn overstap: “Als kind droomde ik er al van om in het uniform van de Bears te spelen. Het is een eer en ik ben overweldigd dat ik dit shirt nu mag dragen.”

Voor Doosan betekent het aantrekken van een speler met de ‘A-status’ zoals Park echter ook dat ze een flinke prijs betalen aan zijn oude club. Ze moeten KIA Tigers compenseren met een speler die niet op hun beschermde lijst van twintig man staat, plus een geldbedrag ter hoogte van twee of drie keer het jaarsalaris van Park.

Grote schoonmaak en oude bekenden

Het bleef echter niet bij één klapper. Op dezelfde dag werd bekend dat buitenvelder en voormalig ‘steal king’ Jo Soo-haeng behouden blijft voor de club met een vierjarig contract ter waarde van 1,6 miljard won. Een dag later zorgde de club opnieuw voor verrassingen tijdens de besloten ‘second draft’ door werper Lee Yong-chan terug te halen van NC Dinos en buitenvelder Lee Sang-hyeok over te nemen van Hanwha Eagles.

De geruchtenmolen draait bovendien nog op volle toeren, want naar verluidt aast Doosan ook op Kim Hyun-soo, een voormalig clubicoon dat vorig jaar nog een sleutelrol speelde in het kampioenschap van rivaal LG. Alleen al aan de vier externe aanwinsten heeft de club inmiddels 10 miljard won uitgegeven, een bedrag dat voor Doosan-begrippen ongekend is.

Breuk met het verleden

Dat Doosan zo agressief de portemonnee trekt, is voor veel volgers even wennen. De club beleefde in de jaren 2010 weliswaar een gouden periode als heuse dynastie, maar stond tegelijkertijd bekend als een ‘vrek’. Het beleid dreef op het zogeheten ‘Hwasubun-honkbal’: dure sterren laten gaan en de gaten intern opvullen met zelfopgeleid talent.

Voor de komst van Park had de club in de geschiedenis slechts drie keer echt geïnvesteerd in grote namen van buitenaf, waaronder Yang Eui-ji in 2022. Vaak waren dit spelers die al een verleden bij de club hadden. Dat er nu grof geld wordt betaald voor een speler als Park, die nooit eerder voor Doosan uitkwam, markeert een duidelijke stijlbreuk. Het contract van Park overstijgt dan ook ruimschoots de deal die concurrent Hanwha sloot met Sim Woo-jun, een andere toonaangevende korte stop.

Cijfers en verwachtingen

De forse investering in Park lijkt op papier gerechtvaardigd. Sinds zijn debuut bij KIA in 2014 speelde hij 1088 wedstrijden met een slaggemiddelde van .266 en toonde hij zich een echte ’two-way player’. Hij won de afgelopen twee jaar de prijs voor beste verdediger en pakte in zijn carrière al twee keer de titel voor meeste gestolen honken. Ook afgelopen seizoen was hij, met een slaggemiddelde van .287, een belangrijke schakel in het kampioenschap van zijn vorige club.

Toch is de situatie anders dan in het verleden. Toen Doosan elf jaar geleden fors investeerde in werper Jang Won-jun, was het team al klaar voor de titel en vormde hij het ontbrekende puzzelstukje. Nu komt de club van een teleurstellende negende plaats. Er zijn twijfels of de komst van Park en enkele veteranen direct zal leiden tot een wonderbaarlijke wederopstanding. Critici vrezen bovendien dat de speeltijd van jonge talenten zoals An Jae-seok en Park Jun-soon in het gedrang komt.

Noodzakelijke kwaliteitsinjectie

Het bestuur lijkt echter te hebben geconcludeerd dat het traditionele model van interne doorstroming zijn grenzen heeft bereikt. De jonge garde bleek nog niet constant genoeg om de gaten te vullen die ontstonden door veroudering van de selectie. Er miste een leider in het veld om het team bij de hand te nemen als het tegenzat.

De nieuwe manager Kim Won-hyung krijgt met Park nu zijn gewenste ‘cadeau’: een ervaren korte stop die de defensie leidt en als openingsslagman kan fungeren. Samen met de terugkeer van Lee Yong-chan en de mogelijke komst van Kim Hyun-soo, kiest Doosan voor een strategie van ‘nieuwe harmonie’. Het doel is wellicht niet direct de titel volgend jaar, maar wel het creëren van een stabiele basis waarin veteranen als voorbeeld dienen voor de talenten.

Terwijl Doosan zijn selectie op orde brengt, blijft het onrustig op de transfermarkt. Met in totaal 21 goedgekeurde transfervrije spelers hebben de clubs nog genoeg te kiezen. De ogen zijn nu vooral gericht op Kang Baek-ho, de andere superster van deze lichting, al lijkt hij zijn zinnen te hebben gezet op een avontuur in de Verenigde Staten.